Zes decennia een stille kracht en harde werker bij Smitshoek
Barendrecht heeft veel inwoners die zich als vrijwilliger inzetten voor de samenleving. Tijdens de lintjesregen werd een deel daarvan eind april traditiegetrouw in het zonnetje gezet. Cees van der Meer was één van de gelukkigen die, namens de koning, een koninklijke onderscheiding ontving uit handen van burgemeester Ronald Schneider. Die blijk van waardering kreeg hij vanwege zijn vele vrijwilligerswerk voor VV Smitshoek.
Een echt clubman: zo kan de 81-jarige Cees met recht worden genoemd. Hij was ruim 60 jaar lang, sinds de oprichting van de voetbalvereniging, als vrijwilliger betrokken. Als stille kracht en harde werker was hij van grote waarde voor Smitshoek. “Ik heb het altijd met veel plezier gedaan, tot mijn 80ste. Toen vond ik het mooi geweest. Ik merkte dat niet alles meer zo makkelijk ging en ik houd niet zo van het vragen om hulp. Dus toen wist ik dat ik ging stoppen. Dat viel me niet ontzettend zwaar. Ik kijk vooral terug op een hele mooie tijd.”
Begintijd
Een periode die dus zo’n 60 jaar beslaat. De beginfase bij Smitshoek kan Cees zich nog goed herinneren. “De eerste kantine was een bouwkeet op een oud weiland aan de Voordijk. In het midden zat de kantine en aan weerszijden 2 kleine kleedkamers. Meer was het niet. Op allerlei manieren probeerden we geld bij elkaar te schrapen om de club verder op te bouwen. Als je kijkt wat er nu staat, is dat uiteindelijk aardig gelukt,” lacht Cees.
Tweede thuis
Aan zijn tijd als kantinebeheerder denkt Cees met een goed gevoel terug. “Ik heb dat ook lange tijd samen met mijn vrouw gedaan, waarmee ik 57 jaar getrouwd ben. In het begin stelde die kantine dus nog niet zoveel voor. In de tijd dat het nog niet meer was dan een houten keet, bevroor in de winter vaak alles. Dan moesten we eerst alle leidingen ontdooien.” Cees was echt een manusje-van-alles. “Onderhoudswerk aan het sportcomplex, doelnetten repareren, lassen: noem het maar op. Smitshoek zit in mijn hart. Ook nu ik geen vrijwilligerswerk meer doe, ben ik op zaterdag bij de club te vinden om naar het eerste elftal te kijken. Smitshoek voelt bijna als een tweede thuis.”